Sting op TW Classic: Vanzelfsprekende maturiteit...
Sting behoort intussen tot de vaste gasten op de weide van Werchter, en ook zaterdag was hij opnieuw één van de onbetwiste publiekstrekkers. Na zijn ondermaatse passages in het Koninklijk Circus eerder dit jaar had de Britse superster wat goed te maken. Sting had niet zozeer aan de setlist gesleuteld, dan aan de groep die hem vergezelde.
De extra gitarist werd vervangen door oudegediende David Sancious op piano, en de rol van zangeres Jo Lawry was godzijdank ook gevoelig teruggedrongen. In plaats daarvan kregen zowel meesterdrummer Vinnie Colahiuta als violist David Tickell regelmatig een plek op de voorgrond. Het resultaat van die verschuivingen was ronduit spectaculair.
Sting -zestig, maar nog steeds strak in het lijf- scoorde meteen een hattrick met 'All This Time', 'Every Little Thing She Does Is Magic' en 'Englishman In New York'. Daarmee was de norm gezet. Sting is niet het soort artiest dat de volumeknop moet openschroeven om het publiek mee te krijgen, en het was eigenlijk de eerste artiest van de dag die het aandurfde om ook rustige, subtiele nummers te spelen. 'Fields Of Gold' en 'The Shape Of My Heart' waren er niet minder briljant om. Het spelplezier droop eraf, en de set schetste een goed beeld van Sting z'n veelzijdigheid als songschrijver en performer. Er schemerde een zucht ska door 'Demolition Man', 'Message In A Bottle' hinkelde op het ritme van de reggae, 'Love is Stronger Than Justice' tipte de hoed richting country, 'Desert Rose' laafde zich aan Algerijnse rai, en als laatste bis stofte Sting zijn punkverleden af met een onstuiming 'Next To You'. Tussendoor passeerden een paar van de meest iconische songs die de popmuziek tot nog toe hebben voortgebracht, en zowel 'Every Breath You Take' als het machtige 'King Of Pain' kregen huiveringwekkend knappe versies mee.
Kortom: topconcert van een artiest die een vanzelfsprekende maturiteit uitstraalde. Zonder show en zonder theater, maar wel met een buitengewoon muzikaal meesterschap.
(c) De Morgen by Bart Steenhaut